Het DNA bewijs gepresenteerd door het NFI concentreerde zich op drie - later vier - sporen:
In dit spoor is een klein bloedvlekje zichtbaar dat zonder nadere overweging aan Louwes werd toegeschreven, omdat in het uitgeknipte monster alleen DNA van Louwes werd aangetroffen - volgens het NFI.
Bezwaren:
  1. De positie van het spoor - 'achterop de kraag' - is tweevoudig onjuist beschreven (binnenzijde ruche).
  2. Het vlekje is niet zichtbaar op foto's van de plaats delict.
  3. Het vlekje is te klein en te vaag in verhouding tot de grote hoeveelheid aangetroffen DNA van Louwes.
  4. Het uitgeknipte monster is bijna 10x groter dan het vlekje zelf.
  5. Moderne analyses laten zien dat er ook DNA van het slachtoffer in het spoor zit
  6. De hoeveelheid DNA van het slachtoffer klopt nu juist wel met de afmeting en aard van het vlekje.
  7. De vorm van het vlekje stemt overeen met andere bloedvlekjes van het slachtoffer.
  8. Van die bloedvlekjes kan worden aangetoond, dat ze via contaminatie op de blouse zijn gekomen.
  9. Er werden geen controles rond de vlek genomen.
  10. Er zijn geen replica gemaakt, terwijl de parameters afwijkend zijn ten opzichte van vergelijkbare sporen en de aanbevelingen van de fabrikant.
  11. Het NFI weigerde het spoor te onderzoeken op speeksel.
Meer in de paragrafen 6.2, 6.3 en onderliggende paragrafen.

Positie spoor 10

Het vlekje bevindt zich achter de kraag op de blouse op een zogenaamde ruche. De suggestie, dat de bloedende vingernagels van Louwes dit kan hebben veroorzaakt klopt eenvoudigweg niet. Ook de positie van een wurgende hand had de vlek op een andere plaats gedeponeerd.

Spoor 42

Een later ontdekt bloedvlekje, gemerkt als spoor 42 nabij spoor 10 bevatte volgens het NFI uitsluitend DNA van Louwes; het is echter véél te klein als drager van een herkenbaar DNA-spoor en bevat volgens het FLDO daarnaast ook weer sporen van het slachtoffer.

Samenstelling spoor 10

Ongeveer 3% van het DNA is van het slachtoffer. Komt goed overeen met het gehalte bloed in het spoor. Het bloedvlekje beslaat ongeveer 10% van het oppervlak van het knipsel, maar is zwak van kleur. Daarnaast is het een afdruk vanuit een andere bloedvlek, waarbij het DNA preferent achterblijft. Dat het DNA-gehalte uit het bloedvlekje van het slachtoffer dan maar 3% van het totaal aan DNA bedraagt is volstrekt logisch.

Herkomst spoor 10

Het uiterlijk van spoor 10 lijkt sprekend op die van aantoonbare contaminaties. Niet alleen de gebogen vorm valt op. Ook valt op dat in het verlengde enige super kleine vlekjes liggen. In overeenstemming met een grotere ronde vlek als oorspronkelijke bron. Uiteraard dan een vlek van bloed van het slachtoffer. Spoor 29 is bewijsbaar ontstaan in de avond nà de vondst van het slachtoffer. Langs dezelfde weg kan het bloed in spoor 10 bovenop een speekselrest van Louwes zijn gedeponeerd.

DNA gehalte

Het profiel is veel te sterk vergeleken met de omvang van de bloedvlek. Deel je de profielsterkte door het oppervlak van het knipsel, dan komt er een begrijpelijke waarde uit (10L). Deel je echter door de omvang van het bloedvlekje (10bloed) - eventueel ook gecorrigeerd voor de geringe kleur-intensiteit (10bloed*) dan wordt de uitkomst onwaarschijnlijk hoog.
Spoor #10
In dit spoor was- volgens het NFI - een kleine roze vlek zichtbaar, waarvan het NFI (lees: ing. Eikelenboom) aannam, dat dit een make-up-vlek was die was verplaatst van de hals van het slachtoffer naar de blouse tijdens uitgeoefend geweld. Er zit ongeveer 25% DNA van Louwes in. Het NFI (jawel: ing. Eikelenboom) maakte het Hof wijs, dat elders rond spoor #9 geen DNA van Louwes werd aangetroffen en dat de afwezigheid van een crimescope effect inhield, dat het waarschijnlijk niet op normale wijze via speeksel kon zijn overgebracht.
Bezwaren:
  1. Het vlekje is niet zichtbaar op foto's van de plaats delict en ook niet op latere foto's (alleen een gat is zichtbaar).
  2. Rond dit spoor bevinden zich VIJF sporen, waarin zowel DNA van het slachtoffer als van Louwes kan worden teruggevonden.
  3. Eén van deze sporen - spoor #1 - bevindt zich op minder dan 2 cm afstand en het DNA-profiel is vrijwel identiek aan spoor #9, maar het heeft geen roze kleur.
  4. De roze kleur is bewezen geassocieerd met ijzer-ionen. Deze verhinderen het crimescope effect van nature.
  5. Elders op de blouse zijn roze vlekken wel herkend als verdund bloed, de meest logische verklaring voor de roze kleur.
  6. Het NFI heeft geweigerd de ware aard van de roze vlekken verder te onderzoeken.
  7. Het NFI weigerde het spoor te onderzoeken op speeksel.
  8. Elders op de blouse is een prominente roze vlek bewijsbaar achtergebleven als het gevolg van contaminatie.
  9. Spoor #9 past naadloos in de hypothese van vreedzame speekseloverdracht.
  10. Er werd ongefundeerd gespeculeerd over DNA-overdracht via huidcontact.
  11. De parameters van de zogenaamde controlemonsters wijken af van die van dit spoor en zijn onlogisch gekozen.
Meer in paragrafen 6.5, 6.5.1 en 6.5.2.

Profielvergelijking

Alle pieken in de blue lane zitten ook in spoor 1. Spoor 1 zat NIET in een roze vlek en was geen aanleiding voor enige overweging aangaande geweld. Eerder een spoor dat de hypothese van gesprek ondersteunt.

Profielvergelijking

Alle pieken in de green lane zitten ook in spoor 1. Spoor 1 werd pas zichtbaar door de crimescope te gebruiken. Hetgeen de aanname van speekseloverdracht onderschrijft. Spoor 9 bevatte ijzer-ionen, deze veroorzaakten het wegvallen van het crimescope-signaal door oxidatie van de lichtgevoelige aminozuren.

Profielvergelijking

Alle pieken in de yellow lane zitten ook in spoor 1. Deze wordt steeds afgebeeld in rood. Spoor 1 zat minder dan 2 cm hoger op de blouse ten opzichte van spoor 9. Spoor 9 was niet zichtbaar op enige foto, zodat de roze verontreiniging ook later bovenop spoor 9 kan zijn ontstaan.

DNA verloop

De hoeveelheid DNA van Louwes per vlek loopt geleidelijk af van boven naar beneden. Dit is in overeenstemming met de aanname, dat Louwes staande achter mevrouw Wittenberg met haar een document besprak dat hij zou bewaren voor haar.

DNA verspreiding

Hypothese achterlaten speekselsporen. Terwijl Louwes achter mevrouw Wittenberg stond en vragen stelde over een document kwam zijn speeksel op haar schouder en verder. Uiteraard zover de druppeltjes vlogen...

DNA verspreiding

Het aandeel DNA van Louwes is redelijk consistent. Dit in verhouding tot het DNA van het slachtoffer, dat om allerlei redenen variabel in hoeveelheid was. Dat in spoor #9 veel DNA van Louwes zat en elders in de buurt niet was volkomen uit de lucht gegrepen.

Contaminatie.

Het is onduidelijk, hoe de roze vlekken op de blouse kwamen. Van de sporen 9 en 20 bestaan geen foto's die bewijzen, dat de sporen al op de plaats delict aanwezig waren, eerder is er bewijs van het tegendeel. Een prominente vlek voorop de blouse rond een knoop, zichtbaar op foto's van het NFI, werd duidelijk pas na het delict op de blouse geplaatst (zie de foto gemaakt in het mortuarium in de avond van 25 september 1999, waar de vlek ontbreekt).
Spoor #9
Dit spoor zit volgens het NFI in een roze vlek en bevindt zich volgens het NFI eerst rechts (dr. Kloosterman) en dan weer links (ing. Eikelenboom) op de blouse. Er zit meer DNA in van Louwes dan van het slachtoffer. Omdat er beweerdelijk veel DNA van het slachtoffer in dit spoor zit (ing. Eikelenboom), zit er beweerdelijk heel veel DNA van Louwes in. Dit moet gewelddadig zijn overgebracht.
Bezwaren:
  1. Het vlekje is niet zichtbaar op foto's van de plaats delict, noch op latere foto's.
  2. De beweerdelijke positie in laatste instantie laat geen roze vlek zien, terwijl zeer scherpe foto's, gemaakt bij het NFI de helft van het spoor hadden moeten laten zien (zit gedeeltelijk onder een kraag).
  3. De hoeveelheid DNA van het slachtoffer, indien afgeleid uit het DNA-profiel zelf is laag. Derhalve is de hoeveelheid DNA van Louwes ook betrekkelijk laag.
  4. De beweerdelijke grote hoeveelheid DNA is gebaseerd op onjuiste lezing van het sectierapport aangaande het geweld op de borstkas en het moment waarop de messteken zouden zijn aangebracht.
  5. Elders op de blouse zijn roze vlekken herkend als verdund bloed, de meest logische verklaring voor de roze kleur.
  6. Het NFI heeft geweigerd de ware aard van de roze vlekken verder te onderzoeken.
  7. De roze kleur is bewezen geassocieerd met ijzer-ionen. Deze verhinderen het crimescope effect van nature.
  8. Het NFI weigerde het spoor te onderzoeken op speeksel.
  9. Elders op de blouse is een prominente roze vlek bewijsbaar achtergebleven als het gevolg van contaminatie.
  10. Elders op de blouse zijn de sterkste DNA-sporen -10 tot 20 x sterker - van het slachtoffer aangetroffen die geassocieerd zijn met greepsporen op het lichaam. Het NFI heeft deze sporen nooit geduid. Hierin trof het NFI geen DNA van Louwes aan.
  11. Er zijn geen replica gemaakt.
  12. Verklaring omtrent de gevoeligheid van de gebruikte meetprocedure wijkt een factor 7 af van de validatiewaarden van het NFI zelf (ing. Eikelenboom versus dr. Kloosterman).
  13. Uitlatingen over de mate waarin de huid DNA achterlaat zijn speculatief en niet in overeenstemming met moderne onderzoeksresultaten.
Meer in onder meer de paragrafen 6.3.3 en 6.3.5.

Waar is de vlek?

Het uitgeknipte spoor lijkt op een vingerafdruk. Voordat het werd uitgeknipt is op de zichtbare helft geen roze te zien. Duidelijk is ook de afwezigheid van bloed.

Hoeveel DNA?

Er zou heel veel DNA van het slachtoffer en derhalve van Louwes in spoor 20 zitten. Vergelijken we de absolute hoeveelheden DNA met andere (greep-)sporen op de blouse, dan zijn de hoeveelheden juist minimaal.

Make-up ?

Hier drie roze vlekken, de bovenste als make-up aangeduid (NFI 2003), de rechter (voor de kijker; NFI 2006) als verdund bloed, terwijl de onderste is ontstaan als contaminatie, toen in het mortuarium (avond van 25 september 1999) de knopen werden losgemaakt. Een rechtvaardiging voor het onderscheid werd nooit gegeven.

Chemisch onderzoek.

Volgens het NFI werd er geen chemisch onderzoek naar de roze vlekken uitgevoerd. Het sporenbeeld ondersteunt die verklaring niet. Er werd een roze vlek uitgeknipt en opgestuurd.

Aard roze vlekken.

De grote vlek op de kraag laat duidelijk vermoeden, dat er een roze vloeistof (verdund bloed waarschijnlijk) door de stof getrokken is.
Spoor #20
Tijdens proces GDB speelde de resultaten van het onderzoek aan de nagels geen rol. Dit onderwerp ging pas spelen tijdens het zgn. oriënterend onderzoek en de parallel verlopende herzieningsaanvraag 2006-8. Er werden Y-string DNA-sporen van Louwes in het 'nagelvuil' aangetroffen door het FLDO. Het parket maakte daar - na door het OM gecreëerde verwarring - uiteindelijk autosomaal DNA van.
Bezwaren:
  1. De term nagelvuil werd door het NFI geïntroduceerd. Er was echter nooit nagelvuil verzameld, er waren vingernagels afgeknipt.
  2. Er bestaan twee PV's over het moment van afknippen, met allebei een ander moment. Eén verklaart dat dit op 25 september gebeurde (mortuarium), de andere plaatst dit op 26 september (sectie).
  3. De nagels werden links en rechts wel van elkaar gescheiden, maar niet zo, dat de onderzijden niet in contact konden komen met de bovenzijden. Specificaties omtrent onder en boven zijn volstrekt onbetrouwbaar derhalve.
  4. Het NFI trof in 2003/4 met autosomaal onderzoek slechts DNA van het slachtoffer aan. Het FLDO trof in 2006 slechts DNA van Louwes aan na een Y-string-bepaling, maar met maximaal 50% treffers, dus gebaseerd op slechts een handjevol DNA-moleculen.
  5. Het oriënterend onderzoek (eindverslag 2007) combineerde deze totaal verschillende gegevens doodleuk tot één ogenschijnlijk discriminerend gegeven door de introductie van de term 'gemengd profiel'. Een klassiek geval van het optellen van onvergelijkbare grootheden (als appels en peren).
  6. De gecreëerde verwarring in 2007 leidde uiteindelijk tot een onjuiste stellingname van het parket in 2013, namelijk dat er autosomaal DNA van Louwes aan de nagels zou zijn vastgesteld.
  7. De blouse moet over de nagels zijn gegaan bij het uittrekken. Wanneer de blouse werd uitgetrokken is onduidelijk, de foto's geven aanwijzingen dat dat al in het mortuarium is gebeurd.
  8. Gezien de hoeveelheid DNA van Louwes op de blouse en het gegeven dat de blouse over de nagels moet zijn gegaan bij verwijdering, is de overdracht van een paar DNA-moleculen totaal geen aanwijzing voor geweld, aangezien er mogelijk honderden miljoenen moleculen op de blouse kunnen zijn achtergelaten via een kort gesprek.
  9.  Een volledig overzicht van de DNA-depositie van Louwes op schouders en rugpand ontbreekt wegens vooringenomenheid van het NFI.
  10. Het NFI weigerde de blouse nader te onderzoeken op speekselsporen, wel werden aanwijzingen voor speekseldeposities waargenomen.
Meer in de paragrafen 6.4, 2.6#01 en 2.6#02.

Plaats delict

De nog ongeknipte nagels op de plaats delict.

Na de sectie

De duimnagel van de linkerhand tijdens de sectie. Merk op dat de nagel tot op het leven is weggeknipt, wellicht werd er tweemaal geknipt.

Verpakking

De nagels werden bijeen gepakt in twee containers. Hierdoor kwamen de onderzijden van de nagels in contact met de bovenzijden en was afzonderlijk onderzoek naar boven- en onderzijden niet meer relevant.

Speeksel

De hoeveelheden DNA ten gevolge van speekseldepositie zijn gigantisch. Hierdoor zal elk contact tussen het speeksel op de bovenzijde van de blouse (= de onschuldhypothese) en de nagels onmiddellijk tot herkenbare DNA-sporen leiden tijdens de gevoelige Y-string bepalingen. Deze bepalingen hebben genoeg aan een handvol cellen en wijzen daardoor op iedere vorm van DNA-overdracht. De Y-str profielen waren alle zeer onvolledig, een indicatie voor niet gewelddadige overdracht.

Blouse

Merk op dat de wijze, waarop de blouse in de broekband is gepropt op de foto linksonder een duidelijke aanwijzing ervoor vormt dat de blouse al voor de sectie van het lichaam is geweest. Hiervoor zijn vele andere aanwijzingen, zoals losgemaakte knopen, verplaatste vlekken (gemarkeerd in rood) en het oorspronkelijke verslag van de technische recherche dat later werd aangepast.

Oriënterend Onderzoek

Hier wordt het begrip gemengd profiel geweld aan gedaan, want dan spreek je over één en dezelfde bepaling. Hier is sprake van twee totaal verschillende bepalingen, die je alleen ieder op zich op zijn waarde moet schatten. Die nuance ontging de opsteller van deze rapportage in het oriënterend onderzoek. Ten onrechte wordt deze uitkomst aangehaald als zijnde afkomstig van het FLDO.
Nagelsporen

Netjes in schema:

klik voor zoom

Argumenten schema, gemaakt met FreeMind. Ondersteunende argumenten in groen, afwijzende argumenten in rood.

Uit het arrest Gerechtshof Den Bosch 9 februari 2004 (GDB):

"Op de achterzijde van de kraag van de blouse is een bloedspoor #10 aangetroffen waarvan het DNA-profiel overeenkomt met het DNA-profiel van de verdachte. De kans dat een willekeurig gekozen mannelijk persoon eenzelfde profiel bezit bedraagt minder dan één op de miljard. Spoor #10 is een enkelvoudig profiel;"

"De hypothese dat het op de blouse aangetroffen, van een mannelijk individu afkomstige celmateriaal is overgedragen tijdens een gewelddadig incident, vindt veel steun in een aantal - hierna te noemen - bevindingen."

  1. het bloedvlekje #10, dat is ontstaan door een kleine hoeveelheid vloeibaar bloed, is van dien aard dat, gelet op het feit dat bloed bij kleine verwondingen snel stolt dan wel droogt, aannemelijk is dat het afkomstig is van een wondje dat kort vóór of tijdens het contact met de blouse is ontstaan;
  2. de in de lichtrode substantie aangetroffen sporen geven bij beschouwing met de crimescope geen indicatie voor de aanwezigheid van lichaamsvloeistoffen zoals sperma, speeksel of zweet, hetgeen enige steun geeft aan de veronderstelling dat het aldaar aangetroffen celmateriaal afkomstig is van huidcellen;
  3. de lichtrode substantie, vermoedelijk make-up (op gezicht en/of hals aangebrachte foundation), waarin celmateriaal van een mannelijk individu (hof: overeenkomend met het celmateriaal van de verdachte) is aangetroffen bevindt zich op locaties waar het slachtoffer strangulatiesporen en ribbreuken heeft opgelopen;
  4. de afwezigheid van vreemd celmateriaal in controlemonsters (ter zitting van 26 januari 2004 heeft ing. Eikelenboom toegelicht dat deze controlemonsters net buiten de lichtrode vlekken zijn genomen) geeft steun aan de veronderstelling dat het mannelijk DNA gelijktijdig met de lichtrode substantie is overgedragen, aangezien anders verwacht kon worden dat dit mannelijk DNA ook net buiten de lichtrode substantie aangetroffen zou worden;
  5. het op zoveel verschillende plaatsen (rechterschouder, achterzijde kraag, achterzijde revers, rechtervoorpand) aantreffen van het mannelijk DNA verwacht men niet van een zakelijk contact als praten en het geven van een hand;
  6. de afwezigheid van ander DNA dan dat van het slachtoffer en het met dat van de verdachte overeenkomende;
  7. in spoor #20 zijn de piekoppervlakken van de mannelijke donor hoger dan die van de vrouwelijke donor. Gezien de grote hoeveelheden DNA van het slachtoffer op zowel de binnen- als de buitenzijde van de blouse, betekent dit dat de mannelijke donor zoveel DNA heeft afgegeven dat dit op deze locatie die van de vrouwelijke donor overheerst. Dit past niet bij de veronderstelling dat de mannelijke donor het slachtoffer slechts een hand heeft gegeven of met haar heeft gesproken. Spoor #20 is, naar ing. Eikelenboom ter zitting van 26 januari 2004 heeft verklaard, op de rechtervoorzijde van de blouse aangetroffen op slechts enkele centimeters van de bovenste steekwond. Dat hier de mannelijke donor in het mengprofiel overheerst duidt erop dat deze donor aanmerkelijke kracht heeft uitgeoefend.

Laten wij eerst proberen misverstanden te vermijden: wat bedoelt het GDB met "rechts en rechter" in de beschrijvingen? Rechts voor de kijker of rechts in de betekenis van rechter kant van de blouse? Dat maakt nogal wat uit, aangezien de steekverwonden links in het slachtoffer zijn geplaatst.

Kijken wij eens naar de bemonsteringen:

Bemonsteringen, zoals bekend aan het GDB.

O De blauwe cirkels geven de locaties aan waar bemonsteringen van lichtrode substanties zijn genomen.
O De groene cirkels geven crimescope-positieve vlekken aan die zijn bemonsterd.
In beide kleuren cirkels zijn DNA-kenmerken van een mannelijk individu aangetroffen.
O De rode cirkels geven de locaties van de controlemonsters aan.
O De zwarte cirkels geven de locaties aan van de bemonsteringen waaruit of een DNA-profiel werd verkregen, mogelijk afkomstig van het slachtoffer, of geen profiel.
Uit: Aanvullend rapport 19 januari 2004 (2.6.6)

 

Die lijken dus, zover ze wezenlijke resultaten hebben opgeleverd, rechts op de blouse te liggen, geredeneerd vanuit de plaats van het slo, zoals ook aangegeven in (5) in het arrest. Dus juist niet op de plek, waar de geweldpleging zou zijn gepleegd; de steken zijn vanuit deze benadering alle links aangebracht.
Anderzijds, het citaat; "rechtervoorzijde van de blouse aangetroffen op slechts enkele centimeters van de bovenste steekwond"  (7) houdt dan geen steek, want hier wordt met rechts dan toch echt links bedoeld! Waarschijnlijk heeft het GDB de conclusies helemaal niet zelf geformuleerd, uit de verwarring links/rechts blijkt, dat zij geen beeld heeft van de situatie, waar zij over uitweidt.

Vreemd overigens, dat in dit overzicht de bemonsteringen zonder DNA of met DNA van uitsluitend het slo (zwarte cirkels) worden samengevoegd. Gezien de aard van deze monsters (wel of niet zichtbare bloedvlekken) een duidelijke misser!
Ook heel vreemd: de gebruikte foto als ondergrond is ongeschikt: er zijn geen lichtrode substanties zichtbaar, en later gedeponeerde bloedvlekken zijn op deze foto afwezig.  
Zo is het 'groene' monster linksboven in de foto getrokken op een locatie, die later - bij het NFI dus -een bloedvlek en een rode vlek vertoonde, maar nu nog niet. De significantie van de crimescope is dus nul,nul.
Ook zijn twee van de vier grote bloedvlekken bovenop de steekwonden op deze foto onzichtbaar (zie het hoofdstuk MO delict).
Voorts is het belangrijk, dat de blouse een tiental cm's omhoog was verschoven door de verplaatsing van het lichaam, zodat de positie van de sporen een verkeerde indruk geeft.

Hoe kun je op deze manier zo'n vitaal onderzoek presenteren??


Wordt vervolgd....
(oa. - de invloed van katoen op de bloedvlekken en waarom #10 niet van EL is
       - de niet bestaande chain of custody
        - enkelvoudige profielen, die mengprofielen bleken te zijn
        - de aanwezigheid van een tweede vrouwelijke donor).