Botsende signalen |
||||||
|
Arrest Den Bosch |
409022004 paragraaf 2.3.5
|
Citaat | Een mobiele telefoon die belt maakt een keuze uit het aanbod van basisstations, afhankelijk van het sterkste signaal en de beste kwaliteit. De mobiele telefoon kiest één basisstation. Indien echter het beste basisstation vol is, wordt door de mobiele telefoon het een na beste station gekozen; dan ziet de mobiele telefoon dat laatste station als beste station (dossier p. 165). |
Betekenis en commentaar | Dit verklaarde de deskundige J.D. Rijnders, systeemspecialist
bij KPN, bij de rechter-commissaris op 9 december 1999, dossier
p. 161-169. Hier verschaft de deskundige uitleg over zogenaamde
cell-reselection, terwijl hij uitleg wil geven over de
handover-procedure. |
Arrest Den Bosch |
409022004 paragraaf 2.3.6
|
Citaat | Het bakensignaal van basisstation 14501 werd in september 1999 uitgezonden via radiokanaal 3. Dit kanaal werd toen ook gebruikt door de bakens van basisstations 10515 (Nunspeet) en 14768 (Zwolle). Deze stations liggen veel dichter bij de A28, afslag 't Harde dan station 14501. Deze afstanden zijn 6,6 km (Nunspeet), 17,4 km (Zwolle) en ruim 24 km (Deventer). Het KPN-radioplanningssysteem heeft berekend dat de signaalsterktes van de basisstations Nunspeet en Zwolle, ter hoogte van 't Harde, het uiterst zwakke bakensignaal van basisstation 14501 te Deventer volledig zullen hebben verstoord. Omdat bakensignalen continu worden uitgezonden, is de storing als constante factor aanwezig. Ten gevolge daarvan kon een mobiele telefoon ter hoogte van 't Harde het bakensignaal van basisstation 14501 niet hebben ontvangen en zolang dat niet het geval was kon er geen verbinding via basisstation 14501 worden opgebouwd. |
Betekenis en commentaar | Het Hof Den Bosch citeert hier uit een brief d.d. 1 december
2003 van J.D. Rijnders aan de advocaat-generaal (vgl. een
Officier van Justitie). De redenering rust geheel op de aanname,
dat Louwes gezegd had dat hij bij 't Harde had gebeld. |
Arrest Den Bosch |
409022004 paragraaf 2.3.6 (vervolg)
|
Citaat | Direct naast de afslag A28 't Harde bevindt zich KPNopstelpunt 1221. Daarop bevinden zich de basisstations 14793, 14794 en 14795. De aanwezigheid van sterke radiosignalen, afkomstig van dit opstelpunt, maken het logisch dat gsm-verbindingen in die omgeving over dit opstelpunt worden geleid of eventueel, onder de invloed van de 'lijst van nabijgelegen basisstations' via naburige basisstations. Ook indien sprake zou zijn van verhoogde radiopropagatie is het niet aannemelijk dat in de omgeving van 't Harde een basisstation uit Deventer kan voorkomen op de 'lijst van nabijgelegen basisstations'. In 1999 stond langs de A28 reeds een aanzienlijke hoeveelheid basisstations. Een mobiele telefoon rijdend op de A28 zal dan ook in 1999, gedwongen via de 'lijst van nabijgelegen basisstations' zeer waarschijnlijk opeenvolgende lokale basisstations hebben gekozen. |
Betekenis en commentaar | Het Hof Den Bosch citeert hier uit een brief d.d. 1 december
2003 van J.D. Rijnders aan de advocaat-generaal (vgl. een
Officier van Justitie). De redenering berust op een
GSM-protocol, dat pas na 2000 werd ingevoerd. |
Rijnders had van het BTO te horen gekregen, dat Louwes had gesteld enz. Daar zit de fout. Intussen heeft hij dat erkend, cf Volkskrant 5 juni 2014.
De drie bakensignalen van Rijnders.
Pas uit de conclusie van Mr. Machielse in 2007 kon
precies worden opgemaakt, hoe het betoog van Rijnders in elkaar
stak. Duidelijk is zichtbaar, dat bij 't Harde (de rode sterren)
alleen het bakensignaal van Nunspeet - 10515 kan doordringen.
Deventer 14501 (op dezelfde frequentie) kan daar niet ongestoord
ontvangen worden.
Bij de groene sterren - Nunspeet - ligt dit ineens totaal anders. Een zender straalt alleen vooruit. Dus daar is Deventer 14501 volstrekt in het voordeel. Van deze zenders is Deventer ook de krachtigste trouwens. Dat geldt zelfs ten opzichte van alle niet op dit kaartje afgebeelde zenders. En ook één van de hoogste. Een niet onbelangrijke rol speelt ook de wel heel nauwkeurige afstelling van de zender t.o.v de positie van Louwes en het gegeven, dat er vooral landelijk gebied door zender 14501 wordt bestreken, zodat de vraagafhankelijkheid gunstig uitpakt. Het wordt nog vreemder; de route van Louwes werd twee maanden later (22 november 1999) nagereden om alle beschikbare signalen naar een mobiele telefoon te registreren. Dat waren er officieel zo tegen de honderd, maar het Cold Case Team rapporteerde in 2022, dat de lijst ernstig werd geschoond. Zoals het kaartje laat zien, loopt de route bij 't Harde (waar Louwes niet belde, maar toch) door de 'voortuin' van zender 10515. Maar de zender werd niet waargenomen! Deed de zender het wel? Wellicht ligt daar de bron van alle ellende en verwarring. Een zender die gescand moet worden maar niet thuis geeft en een andere zender - verder weg - die daardoor automatisch in de bres springt.Louwes reed vaak in die omgeving (tussen Zwolle waar zijn kantoor lag naar de randstad waar hij klanten had), maar volgens zijn telefoongegevens over vijf maanden (640 gesprekken e.d.) kreeg hij maar tweemaal contact via deze zender. |
Een belangrijk thema, waarop de deskundigen terugvielen en velen daarmee in koor, was het thema van de nabuurlijsten. In het derde fragment is dit thema geïntroduceerd als 'lijst van nabijgelegen basisstations'. Hoe die lijst ter tafel lag, kan ik natuurlijk niet weten, ik was er niet bij. Uit de wijze waarop er over geschreven werd - vooral door de reeds genoemde in zijn conclusie van Mr. Machielse - maak ik op, dat de lijsten waren ontleend aan de planning van het KPN-netwerk en derhalve van een soort modelvoorstelling van het netwerk deel uitmaakten.
Dat werkt zo: als een mobiele telefoon aanstaat, krijgt deze telefoon van het netwerk op, welke zenders in de buurt staan. De mobiele telefoon meet van al deze zenders de sterkte. Als de telefoon wil bellen moet het van de zeven sterkste zenders de sterkte doorgeven aan het netwerk. Daarna kan het netwerk beslissen, welke zender een eventueel gesprek kan onderhouden. Het netwerk maakt een afweging tussen de drukte rond een bepaalde zender (zowel gaande gesprekken als komende gesprekken betreffende) en de kwaliteit van ontvangst, die verwacht mag worden op basis van de rapportage van de mobiele telefoon. Het netwerk kan best erg in de knel zitten. Mobiele bellers verplaatsen zich door het netwerk en hebben er recht op tijdens die verplaatsing het gesprek ongestoord te kunnen voortzetten. Het netwerk moet dus voortdurend plaats vrij houden voor bellers, die zich naar een andere zender verplaatsen. De eerder genoemde capaciteit kan dus niet ten volle worden benut. Nieuwe bellers moeten vaak naar een zender worden verplaatst, die niet de meest gunstige is.
Planmakers stellen dus lijsten van zenders
op, waaruit mobiele telefoons kunnen kiezen. Dat denken ze tenminste. In
werkelijkheid is de implementatie net iets anders. De mobiele telefoon
krijgt niet op, welke zenders
moeten worden onderzocht, maar ze krijgen op, welke frequenties
moeten worden onderzocht. En dat heeft soms verrassende effecten. Het
effect, dat de juiste
frequentie wordt gevonden bij de verkeerde
zender! Pas na het jaar 2000 werd een extra voorziening ingebouwd (de
frequentie en de zender identificatie werden in 3G wel gekoppeld).
Op het kaartje hierboven valt dit al te zien. Op de 'groene' locatie is zender 10515 heel dichtbij, maar heeft de verder weg gelegen zender 14501 een betere ontvangst. Dit wordt nader uitgewerkt in de paragraaf reconstructies (7.6).