Video over bloed in vlek #10 |
Video over DNA in vlek #10 |
Video over sterkte DNA in vlek #10 |
Berekening sterkte DNA in vlek #10 |
Pdf Berekening sterkte DNA in vlek #10 |
|
|
Het beruchte vlekje #10. Deze vlek was nog niet opgevallen voor 2003... Voorts was het niet één vlekje, maar een hele serie. Consistent met een overdrukje uit een andere -veel grotere- vlek. |
En.. er waren nog veel meer van dat soort vlekken in de buurt. Waarom werd #10 uitverkoren? |
Het vlekje is bloed van het slo. Net zoals andere
vlekjes (dit is aantoonbaar voor die andere vlekjes) is dit vlekje later
op die plek gekomen door het doordrukken vanuit de (vijf) grotere vlekken,
ontstaan door de messteken.
De vlekjes hebben allen een afwijkende vorm, hoekig, omdat het bloed
tijdens het doordrukken al redelijk gestold (plakkerig) was. Vooral op de
kraag zitten ontzettend veel van dit soort vlekjes.
Omdat de oorspronkelijke bloedvlek reeds lang in contact heeft
gestaan met het katoen en rayon van de blouse is er een scheidingsproces
opgetreden; cellulose en cellulose producten hebben een specifieke
eigenschap om witte bloedlichaampjes te binden:
"Therefore, these membranes were found to be useful in developing a quantitative white blood cell measuring device. Other retainer materials that possess positively charged surfaces, such as certain grades of cellulose paper, have been found to exhibit the same behavior with respect to white blood cells, and these materials can successfully be used as retainers in the method of the present invention." |
"In this arrangement, the filtration device 40 includes a housing 42 containing a conventional filtration medium 44 suited for the removal of white blood cells and platelets from red blood cells. The filtration medium 44 can include cotton wool, cellulose acetate or another synthetic fiber like polyester." |
"The current protocol used by law enforcement agencies for recovery of cellular material from a cotton matrix involves significant sample handling. Furthermore, it is a time-consuming process, often requiring overnight incubation of a swab sample in buffer that aids in optimal DNA recovery" |
PROCEEDINGS of the American Academy of Forensic Sciences February 2006 Volume XII pag. 41 |
"The leukocyte filtration
technique was substantially improved in 1972 by Diepenhorst, who
developed a protoype leukocyte filter consisting of a column
filled with tightly packed cotton
wool. Using this filter, more than 95% of all
leukocytes in whole blood could be removed, whereas red blood
cell loss was less than 10%." |
http://doc.utwente.nl/9849/1/Bruil95mechanisms.pdf |
De witte bloedlichaampjes (dus alle cellen met DNA) zitten na enige tijd vast aan de blouse, terwijl de bloedvlek toch nog plakkerig is. Het vochtige gedeelte bevat dan naar verhouding een overmaat aan rode bloedlichaampjes; wel rood, vol hemoglobine maar arm aan DNA. Daarom zijn er veel bloedvlekjes gevonden zonder of met heel weinig profiel er in (9 respectievelijk 10). Deze theorie wordt nog eens versterkt door de observatie, dat twee van deze bloedvlekken op knopen zaten. Vastgesteld is, dat reeds op het PD onderzoekers aan de knopen hebben gezeten:
|
Foto's respectievelijk gemaakt
op 25 september 1999 (2x) en 2 december 2003. |
Maar hoe komen die vlekjes daar? Ze zijn niet uitgelopen, dus niet met een andere vloeistof doorgedrukt. Ze zijn simpelweg doorgedrukt, toen de blouse voor het eerst werd dubbelgevouwen en de vlekken nog plakkerig bleken. Test: alle grote primaire vlekken moeten dan nieuwe vlekken veroorzaakt hebben via een logisch patroon.
De blouse met markeringen van nieuwe vlekken (violet) en de bronnen (groen). |
Reconstructie ontstaan van de later gevormde vlekken. |
Voorts:
De overdrukjes kwamen overal terecht, dus op lege plaatsen, waar dus geen profiel kon worden aangetoond, maar ook in de kraag, waar zich massief veel DNA van EL bevond. De kans op het samenvallen van bloed van het slo met DNA van EL is daar groter dan dat dat niet zou zijn gebeurd. Zie de verspreiding van het DNA van EL in de paragraaf >DNA >puzzelen.
|
|
Vlekje #10 en soortgelijke vlekjes. Van deze vlekjes is voor een deel met zekerheid vastgesteld, dat zij na het aantreffen slo zijn gevormd. Merk op, dat vlekje #10 niet bestaat uit een enkel vlekje, maar uit een diagonaal lijntje van vlekjes. |
Zo zien de afdrukjes van bijna droge verf op een schildersjas er uit. |
Nog sterker:
|
Doordat de bloedvlek minder dan 10% uitmaakt van het uitgeknipte monster, is het via speeksel verspreidde DNA van EL a priori veel sterker vertegenwoordigd, dan het via het bloed verspreidde DNA van het slo. Hierbij komt nog eens om de hoek kijken, dat slo en EL een aantal kenmerken met elkaar deelden. |
Een
andere mogelijkheid is, dat het bloed afkomstig is uit het kapsel
van het slachtoffer. Inderdaad zien we op een sectiefoto
bloedresten in het haar. De kleur lijkt erop te wijzen dat het
verdund is. Dat pleit voor de stelling, dat het afkomstig is uit
het vocht, dat nawijsbaar is in de woning van het slachtoffer en
op haar vest. Hetzelfde substraat, dat de roze vlekken op de
blouse veroorzaakte en in 2003 per hypothese zonder nader
onderzoek tot make-up werd gepromoveerd. Doordat het bloed aan haar haar gekleefd zit, verklaart dit ook de vorm van spoor #10, want dat neemt de vorm aan van een gebogen haar, als je de minuscule vlekjes ernaast meetelt. De verdunning verklaart de lichte tint van spoor 10 en de zeer geringe hoeveelheid DNA van het slachtoffer in spoor 10. Een gedeeltelijk andere mogelijkheid is, dat de wond op het achterhoofd bloedde en dat dit bloed werd vermengd met het vocht dat op de plaats delict aanwezig is (sleepsporen) en zo in het haar achterbleef en spoor #10 veroorzaakte. |
Maar er is meer, want er zijn zelfs kenmerken gevonden, die alleen maar verklaard kunnen worden, indien de bloedvlek van het slachtoffer is:
|
Reconstructie van het DNA-profiel, verkregen uit vlek#10. In dit profiel komen vier kenmerken voor, die EL deelt met vijf kenmerken van het slo (groene pijlen). Er zijn echter ook piekjes, die niet in het profiel van EL thuis horen. Vier daarvan passen precies in het profiel van het slo. Drie daarvan (oranje) kregen het kenmerk "am". Het vierde piekje in FGA kreeg geen bijzondere honorering. |
Meer daarover in paragraaf 6.2.1 en vooral in paragraaf 6.2.5. In paragraaf 6.2.2 is uiteengezet, dat de omstandigheid, dat spoor #10 via een andere methode werd geanalyseerd dan de overige sporen ook kan hebben bijgedragen aan de onjuiste toeschrijving.
De combinatie van de verschillende effecten is
ruimschoots afdoende om de onjuiste toewijzing te verklaren.