Moordwapen

Het Global GS8 mes was niet het moordwapen

Hiermee wil ik niet per se tegenspreken, dat er een Global GS8 mes is gebruikt tijdens het delict. In Op zoek naar het moordwapen.pdf uit de groep van Maurice de Hond, is een overtuigende afbeelding terugvinden (links).

Het kan echter zijn, dat de contour van de vlek, waarmee vergeleken is, wat is vertekend -er zijn meerdere foto's met wat verschillende perspectieven. Rechts zien wij een foto van de blouse, waarop deze in ieder geval vlak ligt. Nu is de match toch minder overtuigend.

Hier eerst een aantal waarnemingen:

  1. De blouse vertoont 5 grote bloedvlekken, alle ongeveer van een gelijke omvang.
  2. De messteken zijn zeer precies aangebracht - zie ook de paragraaf 'messteken'.
  3. De ribben zijn bijna alle gebroken, en de breuken bevinden zich alle nabij de aanhechting aan het borstbeen.
  4. De meeste verwondingen zijn niet torpedovormig, dus kunnen met een tweesnijdend mes aangebracht.
  5. Enkele messteken (twee?) lijken dubbel te zijn aangebracht; een bredere snee.
  6. Vlak bij de meest duidelijke afdruk bevinden zich twee grote bloedspatten, andere bloedspatten zijn kleiner.
  7. Alle veegpatronen van het mes zitten onderaan, sommige zijn heel vaag, maar een enkele is duidelijk.
  8. De messteken zijn 10 (-12) cm diep.

Vanuit deze gegevens deze gevolgtrekkingen:

Ad 1: Indien het slo nog had geleefd, zou de eerste dodelijke steek veel meer bloed hebben doen vloeien dan de daarna geplaatste steken; zeker in ogenschouw genomen, dat tussen de messteken relatief veel tijd is genomen - zie 2. (Merk op dat de eerste steek niet per se de dodelijke steek hoeft te zijn geweest.) De daarop volgende steken (of voorafgaande steken) zouden dus minder bloed hebben laten vloeien.
Ad 3: De enige consistente verklaring hiervoor is, dat de druk uitgeoefend is in de hartstreek via het borstbeen, om alsnog bloed te kunnen laten vloeien uit de wonden. Hierbij is het bloed uit de reeds bestaande wonden gestroomd (en een groot deel naar de longen), waardoor de vijf grote (doch relatief kleine) bloedstortingen zijn gevormd.
Ad 4: Of het mes, dat zichtbaar is in de afdruk, gelijk is aan het mes, waarmee de steken zijn aangebracht, is maar de vraag. Als de afdruk van een Global GS8 is wordt dat een moeilijk verhaal. Met een Global GS8 mes is het op zich al moeilijk messsteken aan te brengen, omdat het een groentemes is, waarvan alleen de binnenzijde geslepen is. Qua afmetingen en karakteristieken het best te vergelijken met een ouderwets aardappelschilmes. Het lemmet is slechts 7 cm lang. Om het 10 cm diep in te steken, verdwijnt zelfs 1 cm van het handvat in de wond. Het is daarom zeer onwaarschijnlijk dat dit mes het steekwapen was, omdat één van de messteken zelfs 12 cm diep was (raakte de wervelkolom).

Het Global GS8 mes. Linksonder de normale wijze van vastgrijpen. Rechtsonder de wijze, die nodig is, om een diepere steek te kunnen maken.

Ad 6:

Als het mes zeer bebloed uit de wond wordt getrokken is het volgende te verwachten:
A De grootste bloeddruppels vallen in de onmiddellijke omgeving van de wond;
B De bloeddruppels springen door de beweging weg en laten gerekte sporen achter op de plek, waar ze vervolgens landen. Hier gebeurt geen van beide. De onderste wondvlek wordt begeleid door twee druppels, deze zijn kleiner dan de twee druppels bij het mespatroon. Deze laatste druppels zijn duidelijk vertikaal neergekomen (rond van vorm) en waarschijnlijk van zeer geringe hoogte (geen secundaire spatjes). Er valt hiervoor maar één echt voor de hand liggende verklaring te verzinnen; het mes is met een flinke lading bloed vlak boven de plek gemanoeuvreerd, waar de mesafdruk gemaakt moest worden. Bij deze manipulatie is enig bloed van het lemmet af gedruppeld.

Ad 7:

Veel andere veegsporen in het zelfde gebied  rond de duidelijke afdrukken zijn erg vaag. Van een noodzaak om het mes af te vegen, kan daarbij geen sprake zijn geweest. Wat dan wel? Mogelijk waren dit pogingen om een herkenbare afdruk te krijgen, die op een mislukking uitdraaiden. Daardoor is het verklaarbaar, dat er druk op de ribbenkast moest worden uitgeoefend en voorts, dat er meerdere messteken in dezelfde wond werden geplaatst, om aan bloed te komen -zie 5.

Mijn conclusie: In een poging de moord in de schoenen te schuiven van een ander, werd een spoor gecreëerd. Hiervoor werd een opvallend mes geselecteerd, wellicht één dat domweg niet geschikt is om een delict mee te plegen. Het selectiecriterium was dan ook een ander: het moest goed opvallen. Doordat het mes ongeschikt was, is er n.a.w. een tweede mes gebruikt. Of er werd een ander opvallend gewelddadig mes gebruikt. Voorts moest er extra post-mortem geweld gebruikt worden om bloedsporen te kunnen achterlaten.

De titel van deze paragraaf heeft dan ook een dubbele lading: het slo werd niet door messteken omgebracht maar gewurgd, en de aangebrachte messteken waren niet per se van het Global GS8 mes afkomstig. Het aangebrachte spoor mogelijk weer wel of van een vergelijkbaar opvallend wapen. De betekenis van e.e.a. ligt voor het oprapen.