De stille getuigen |
|
|
Gezien de MO van de moord, is het belang van de stille getuigen ondergeschikt, zolang zij door de daders gearrangeerd kunnen zijn. Toch maakt Den Bosch 2004 er veelal een punt van, zoals:
TJ 015 xx 990925 13.30 PD onderzoek: "Op de deurmat (onder brievenbus)
lag de (ochtend)krant Telegraaf van vrijdag 24 sept."
Het gerechtshof Den Bosch 2004 citeert:
"1.5. In de hal op de mat achter de voordeur, onder de brievenbus, ligt een hoeveelheid
post (een tiental brieven en een ansichtkaart, enkele bladen en kranten). In het midden van
deze stapel liggen het Deventer Dagblad van zaterdag 25 september 1999 en - direct daaronder
- de Telegraaf van die zaterdag. Onderop deze stapel liggen het Deventer Dagblad van vrijdag
24 september 1999 en - direct daaronder, als onderste op de mat - de Telegraaf van die
vrijdag (foto 11, p. 52, met beschrijving op p. 51 achterzijde; spoor A2, beschrijving op p.
61).".
Waarom ligt er geen reclame tussen de post?
|
De voordeur ten tijde van het delict, linker foto
uit 'Opsporing verzocht', middelste foto van de TR. De brievenbus (nog een oud
model) was circa 25 cm breed - geen anti-reclame sticker. |
|
De post achter de deur, van boven naar beneden. Kennelijk
ontving het slachtoffer buiten de ansichtkaart geen persoonlijke post. Daardoor
was de post wel heel gemakkelijk te ensceneren...
Maar wat ernstiger is: de kranten van de 25e werden allebei 's
ochtends bezorgd (zaterdag), dat klopt dus, maar de kranten van de 24e
NIET (vrijdag). De Telegraaf kwam (héél) vroeg 's ochtends en het
Deventer Dagblad kwam pas 's middags rond 16:00. Toch liggen zij op elkaar . En waar zijn de reclame-folders? Het klopt niet..... Meer hierover hier.
|
Deze lag open op donderdag. Uit alles blijkt, dat de moord pas laat plaatsvond (vest, zie verderop, make-up, kapsel, maaginhoud). De gids had gewoon dicht moeten zijn.Bekijk je de gids nauwkeurig, dan zie je dat deze hagelnieuw is. De gids is niet eerder gebruikt, terwijl de week al bijna helemaal voorbij is. Ook is er nog een extra controle: elke snipper papier buiten de keuken is beschreven. Nergens is sprake van de gids van de volgende week, ook niet tussen de post. Mevrouw Wittenberg was helemaal niet op een TV-gids geabonneerd. Bekijk de beeldbank voor een afbeelding.
Mevrouw Wittenberg schreef een boodschappenbriefje voor de volgende dag, zo suggereert de tafelschikking. Nooit nam iemand - uw webmaster incluis tot 2022 - de moeite de briefjes eens na te pluizen. Toen dat moment gekomen was bleek ineens dat de weekplanning, waarop zogenaamd het nieuwe boodschappenbriefje was gebaseerd stamt uit de tijd dat Willem Wittenberg nog leefde. Het blijkt eenvoudig uit de grote hoeveelheden boodschappen die dag voor dag beschikbaar zouden moeten zijn (drank en toetjes). Ook zien we dat het papier nog voorzien is van een stempel uit de tijd van Willem Wittenberg. Zoveel papier zal toch wel niet achtergebleven zijn dat mevrouw Wittenberg er nog drie jaar later boodschappenbriefjes op geschreven zal hebben. Er doet zich nog iets vreemdst voor op het bovenliggende briefje: er zit een roze vlek op! Er zaten dus niet alleen roze vlekken op de blouse, maar ook hier. Verklaring? De dader droeg handschoenen en had niet door dat zijn vingers nog vochtig waren na de schoonmaakwerkzaamheden op de gang en gesol met het stoffelijk overschot. Meer in de blog.
Onderop ligt een planning voor veertien dagen
boodschappen, bovenop het briefje dat voor de volgende keer boodschappen doen werd
opgesteld. Inhoud van het onderste briefje gaat drie jaar terug. Onder het bovenste
briefje is ook nog een notitie zichtbaar die vermoedelijk betrekking heeft op de
preek bij de uitvaart van Willem (Preek... suggesties... Geloven). |
Op het onderste briefje zit een roze
vlek, precies gelijkend op de roze vlekken die op de blouse werden aangetroffen. De
dader(-es) had nog wat van de roze vloeistof aan zijn handschoenen, toen hij of zij
dit briefje op de tafel legde. |
Hierop staat de afspraak voor vrijdag 10:00 uur: "Wilma". In het onderdeel
telefoongegevens wordt aangetoond, dat deze aantekening geen betrekking heeft op het moment
dat de schoonheidsspecialiste naar het huis van het slo belde (om te vragen waar ze bleef),
dat was pas zaterdagmiddag. Uit de lay-out van de aantekening in het kalendervak, staat niet
eens vast, dat de toevoeging 10:00 uur betrekking heeft op "Wilma", of op de
dienstregeling van de reinigingsdienst m.b.t. chemisch afval.
Ook de aard van de aantekening staat ook niet vast; belangrijke afspraken zouden in de
agenda staan. Volgens de huishoudster diende de weekkalender als een samenvattend dagboek,
en werd deze dus misschien achteraf aangevuld. dan is het juist een bevestiging van het in
leven zijn van het slo op vrijdag.
In het Tactisch Journaal komt de bespreking voor van het bezoek van het rechercheteam aan Ernest Louwes, op maandag 27 september 1999, meteen na de vaststelling, dat hij kort voor de moord nog met het slachtoffer in contact had gestaan:
Op de kalender stond in ieder geval "chemisch afval". Destijds werd het
chemisch afval nog ingezameld via een chemo-kar. Bewoners ontvingen langs de een of andere
weg informatie omtrent de standplaatsen. Tips hierover zijn welkom, een papieren spoor lijkt
tot nu toe te ontbreken. Hoe dan ook, de aantekening "chemisch afval" is een
geheugensteuntje, of een registratie van het wegbrengen ervan.
Nu zijn er twee mogelijkheden, zo simpel is het:
TJ 081 xx 990927 18.15 Schouw woning met getuige [huishoudster]: "concludeerde
dat het misdrijf zich op donderdagavond heeft voltrokken op grond van het provisorisch
opgehangen schort."
De getuige wordt hier naar een conclusie geleid, die onmogelijk kan steunen op het
geobserveerde. Nergens staat aangegeven, dat het slo voor iedere dag een ander schort
gebruikte. Omdat de uitspraak van Den Bosch 2004 (en vele verklaringen in het TJ)
herhaaldelijke verwijst naar de omstandigheid, dat het schort niet in de keuken hing, maar
in de serre -zonder overigens echt duidelijk te maken , welke conclusie daaraan te verbinden
valt, hieromtrent een nadere analyse.
Daarbij wordt als uitgangspunt gekozen -ondersteund door vele verklaringen en door Den
Bosch, dat het provisorisch weggehangen schort duidt op een onderbreking van werkzaamheden
rondom een maaltijd.
Hiertoe gebruiken wij de volgende tabel, om een tijdpad te creëren, waarbinnen de
positie van het schort te verklaren valt:
code | tijdstip(pen) | fase maaltijd | geschatte tijdstip | |
a | 0 uur | schort wordt aangetrokken |
17:30 |
|
b | 0 uur | klaarzetten wijn en jus |
17:30 |
|
c | 0 uur | - 1/2 uur | preparatie ingrediënten (snijden etc) |
17:30 |
d | 1/2 uur | - 1 uur | koken, bakken etc vd ingrediënten |
18:00 |
e | 1 uur | - 11/2 uur | nuttigen van de maaltijd |
18:30 |
f | 11/2 uur | - 2 uur | afruimen en afwassen |
19:00 |
g | 2 uur | schort wordt weer teruggehangen |
19:30 |
De gebruikte tijden moeten uiteraard niet al te letterlijk worden genomen;
voorlopig uitgangspunt is voorts, dat de moord rond een avondmaaltijd heeft
plaatsgevonden.
De tijdstippen a en b vallen dan ongeveer samen met 17:30 p.m., als wij uitgaan van de
dagindeling die het slo normaal gesproken aanhield, zoals Den Bosch overal doet. Omdat het
slo nog laat in de middag een telefoongesprek voerde, zijn de tijdstippen wat later gekozen,
een moord veronderstellend op donderdag.
Uiteraard kan het schort tussentijds zijn afgedaan; de vraag waar deze dan zou zijn
teruggehangen is moeilijk te beantwoorden, maar gelukkig irrelevant, het schort hing in de
serre, niet in de keuken.
Nu moet het volgende worden overwogen: De maaltijd was behoorlijk verteerd, dus fases e t/m
g vallen meteen af; de maaginhoud zou zonder meer herkenbaar zijn geweest.
Tijdstip delict viel dus vóór 18:30 uur of juist véél later. Er kan dus
geen andere conclusie worden getrokken, dan dat het ophangen van het schort is een
dwaalspoor.
Overigens hebben velen zich het hoofd gebroken over het ontbreken van vingerafdrukken op wijn en glas jus. Ook dit past bij de mogelijkheid, dat het geheel geënsceneerd is door de dader.
Overigens verkleint dit de daderkring: de dader(es) was zich bewust van de
gewoontes van het slo met betrekking tot het gebruik van haar maaltijd.
Daarnaast valt het op, dat meerdere keren vanuit de directe kring van bekenden van het slo
nadruk is gelegd op het belang van dit spoor.
"Het bed van het slachtoffer op de slaapkamer op de eerste verdieping
is opgemaakt."
Dit is één van de overwegingen van Den Bosch. Er wordt (natuurlijk) niet duidelijk
gemaakt, wat het Hof hiermee beoogt. Het slo was gekleed. Vast staat hiermee wel, dat het
Hof kennelijk op zoek is naar bladvulling i.p.v. bewijsmateriaal.
In: "Beschrijving Foto 2 door Technische Recherche in een verslag omtrent
het onderzoek PD" lezen wij: "Opname van de gang, genomen vanuit de keuken in de richting
van de hal/voordeur. Op de vloer in de gang zagen wij enkele kleine ronde natte/glimmende
vlekjes, als druppels van een ingedroogde vloeistof. Wij hebben deze vlekjes bemonsterd
met wattenstaafjes en genummerd B1 t/m B6."
Op twee manieren worden wij naar de conclusie geleid, dat het hier nog vochtige
vloeistofdruppels betreft: ze zijn nog nat en kunnen met een wattenstaafje
worden bemonsterd, dus kunnen worden geadsorbeerd. Welke vloeistof het ook is, de waarneming
duidt op een recente gebeurtenis als oorzaak van het ontstaan. Ten overvloede ook
nog de technische formulering van de vlekken in het rapport van de TR (acht maal, voor de
vlekken B1 t/m B7 en voor C1): "Wattenstaaf (bemonstering natte vloer)".
Opgemerkt dient te worden, dat de monsters niet bij de overige bewijsmiddelen zijn bewaard;
zij komen niet voor in de toch vrij volledige opsommingen van de PV's van 12 december 2003
en 16 december 2003 (PL0400\99-108257); wel wordt een monster C1 vermeld, dat betrekking zou
hebben op de vloer van de hal - een natte plek! Omdat dit spoor een C-nummer heeft,
moet worden geconcludeerd, dat het niet in de hal, maar in de woonkamer is aangetroffen. Een
foto van het spoor en de technische beschrijving in het TR bevestigen dit.
Dit monster (wattenstaafje) bestaat dus nog. Uit secundaire bron valt op te tekenen, dat
nader onderzoek niets (niets?) heeft opgeleverd.
In combinatie met het gegeven, dat op de rugzijde van de blouse een niet nader
geïdentificeerde grote natte plek werd aangetroffen, wordt hier aangenomen, dat het
vest van het slo doordrengt was met vocht en daardoor een nat sleepspoor vanuit de hal naar
de gang is ontstaan. In de hal was kennelijk na het delict een schoonmaakactie nodig.
Daarbij is nogal wat schoonmaakmiddel verspild.
|
|
|
Vochtplekken in de gang. |
Vochtige vlek C1 in de huiskamer. |
Op de blouse achtergebleven vochtvlekken (linker arm en rug); beide vlekken zaten onder het vest. |
Proeven van geïnteresseerde onderzoekers en eigen onderzoek hebben opgeleverd, dat de vloeistofresiduën op waterbasis de periode donderdagavond - zaterdagochtend niet overleven.
|
Opeenvolgende vochtsporen, consistent met het
plegen van het delict bij de trap en het aanbrengen van de messteken in de
woonkamer. |
Een ander lastig onderwerp is de maaginhoud. Hieromtrent zijn de
secundaire bronnen soms erg onduidelijk. Overheersend is de mededeling, dat het slachtoffer
ongeveer 4 uur geleden een warme maaltijd had gebruikt. Indien het slachtoffer als laatste
maaltijd een lunch had gebruikt, moet dit uiteraard veranderen; dan lijkt 3 uur een
redelijke schatting. Zie voorts meer gedetailleerd het onderdeel spijsvertering in de paragraaf analyse.
Nu doet zich de omstandigheid voor dat de voedselaankopen op donderdagmiddag, zowel wat
betreft slager en als bakker bekend zijn:
vlees | brood | ||||||
aankopen slager | 2 varkenshaasjes | 1 filetlapje | 2 kogelbiefstuk | 80 gram rookvlees | 5 plakken Ardenner ham | ||
aankopen bakker | 8 kadetjes | ||||||
aangetroffen | 3 varkenshaasjes | 1 biefstukje | boterhammen | krentenbrood |
Deze kunnen niet allemaal in de avond van donderdag geconsumeerd
zijn. Duidelijk is één biefstuk geconsumeerd. De drie varkenproducten zijn in de
vriezer gegaan en daar weer teruggevonden. De aankoop van broodjes en broodbeleg
rechtvaardigt de stelling, dat er tenminste twee broodmaaltijden genoten zijn, dat moet dus
op vrijdag zijn geweest; de betreffende waren zijn niet meer aangetroffen op PD.
Voorts is er de kwestie Albert Heijn. De huishoudster concludeerde aan de hand van de
koelkast, dat het slachtoffer niet - zoals gebruikelijk - naar Albert Heijn was geweest.
Gaan wij af op de erslaggeving, dan stond er helemaal niets
van Albert Heijn in de koelkast. En dat klopt natuurlijk niet, want dan zou het slachtoffer
op vrijdagochtend helemaal zonder zitten.
Ofwel, de daders (zaterdagochtend!) hadden natuurlijk nog iets uit de 'oude voorrraad' moet
laten staan. Maar dat kon niet, als het slachtoffer inmiddels de oude voorraad had opgemaakt
- in de loop van donderdagavond en vrijdag. Sommige zaken kun je niet op een natuurlijke
wijze naar je hand zetten.
Dit brengt de schatting van het tijdstip van het delict naar tenminste
vrijdagavond laat. Voor deze laatste mogelijkheid zie ik steun in de foto's van het slo op de PD. Zij is volledig afgeschminkt en heeft
uitgekamde haren. Dat alles wijst erop,dat zij kort voor het slapen is overmeesterd. Maar
ook hier kan enscenering hebben plaatsgevonden. De rode pijlen verwijzen naar resten van
haarlak. Deze bevinden zich vooral aan de achterzijde, de plek, waarop je restanten mag
verwachten, indien het slo zelf de lak heeft uitgeborsteld en waar je ze niet zou verwachten
als versleping op de rug de oorzaak zou zijn van het verwarren van het kapsel.
Aangezien het slo op zaterdag een afspraak met de kapster had, wijst het uitkammen van het
kapsel op vrijdagavond.
|
Een vergelijking van het kapsel met haarlak en het kapsel op PD |
Het slo droeg een vest. Volgens deze reconstructie van de temperatuur was het omstreeks de veronderstelde tijd delict (23-09 21:00 uur) nog 20 oC; dicht bij het maximum die dag. Te warm voor een vest. Het delict had op een later uur plaats. Het slo had ook haar make-up reeds afgeschminkt en het haar uitgeborsteld.
|
Reconstructie temperatuursverloop binnenshuis.
Buitentemperatuur op basis van actuele gegevens KNMI. Binnentemperatuur op
basis van temperatuursverloop in gelijkwaardige weersomstandigheden (*). |
(*) In 2008 werd een serie metingen verricht in een vergelijkbare woning in Utrecht (bouwwijze en oriëntatie). Deze staan in onderstaande grafiek aangegeven. Tegelijkertijd zijn meteorologische omstandigheden als buitentemperatuur, zon- en windkracht aangegeven. Met deze gegevens is een model opgesteld, om de binnentemperatuur te berekenen. De uitkomst is aangegeven. Ditzelfde model is vervolgens toegepast, om de binnentemperatuur in de woning van de weduwe uit meteorologische gegevens af te leiden:
|
Rode markeringen: actuele metingen in een (met de woning van de weduwe vergelijkbare) woning te Utrecht. Rode curve: uitkomst modellering binnentemperatuur op basis van de buitentemperatuur De Bilt (gecorrigeerd voor stadseffect), zon- en windkracht aldaar. |