Hoe nu verder?

Deze vraag valt in twee gedeelten uiteen. Het gaat om de verdachten en om het slachtoffer.

Hoe nu verder met de 'Zes'?

Zoals al was te lezen, hebben de advocaten onmiddelijk cassatie ingesteld. Het probleem met cassatie is echter, dat de speelruimte om het hof te corrigeren beperkt is. De HR heeft hier niet de intentie op de stoel van de rechter te gaan zitten. In de praktijk valt aan vele zaken een mouw te passen.
De HR zal het niet erg op prijs stellen, dat het Hof de bushokjegetuigen heeft afgeserveerd, omdat zij op het verkeerde moment hun waarneming (dat er niemand was) zouden hebben gedaan. Daar heeft het Hof het novum gewoon niet begrepen.
De verkeerde afhandeling van het forensisch bewijs valt mijns inziens niet onder een cassatiegrond, ook al is zonneklaar, dat het standpunt van het Hof hier een misser is. Ik weet niet, wie de ins and outs van dit bewijs aan het Hof heeft uitgelegd. Wellicht valt er iets op te merken omtrent de kwalificaties van die man (vgl. het Schoenmakersarrest). En dan nog.
Op 19 december 2017 werd duidelijk, dat mijn voorspelling juist was, de cassatie werd verworpen, juist op grond van argumenten in de trant van, dat de HR niet op de stoel van de rechter mag gaan zitten, al is die rechter nog zo dom.

Ongetwijfeld komt het in geval van een mislukte cassatie weer tot een hernieuwde herzieningsaanvraag. Met de bijkomende kosten, waar de belastingbetaler voor kan opdraaien. Misschien eens in de portemonnee van Korver kijken?

2003: Nieuwe opmaat naar herziening


Inmiddels schrijven we 2003 en heeft het parket een positieve beslissing genomen ten aanzien van het verzoek van het echtpaar Knoops om een nieuw onderzoek ten einde een herziening mogelijk te maken:
Melding website HogeRaad
Advies ACAS en beslissing parket

Hoe nu verder met oma Mok?

Intussen loopt de dader van de doodslag op oma Mok nog vrij rond. Maar in principe is zijn identiteit bekend, want we hebben zijn DNA. En we hebben een joker in de mouw, een joker, die in de zaak Vaatstra op indirecte wijze al voor een oplossing zorgde: actief forensisch DNA-verwantschapsonderzoek.
Hierbij wordt in een groep rond de mogelijke dader, in dit geval personen met een oosterse achtergrond in de regio - op vrijwillige basis - DNA afgenomen en vergeleken met het gevonden profiel. Uit de vergelijking tussen de afgenomen profielen en het daderprofiel volgt de mate van verwantschap. Deze zal meestal laag zijn. Maar een hoge overeenkomst kan op een familierelatie duiden en aanleiding zijn tot meer gericht onderzoek.
Ook kan een vergelijking van het gevonden profiel met profielen in de Europese databanken een richting voor verder onderzoek geven.