De bushokjegetuigen
Er was nog een novum, wellicht niet
zo indrukwekkend als het forensisch bewijs. Maar toch wel aanleiding
tot een nadere bespreking. In de reconstructie van de gebeurtenissen in
de nacht van de moord is een plaats ingeruimd voor een lange wachttijd
van twee uur voor vier van de verdachten, overigens vooral op basis van
de verklaring van de vrouwelijke verdachte Jenny. De twee andere
vrouwelijke verdachten waren juist de oorzaak van deze wachttijd.
Op zich een curieus gegeven, want je zou verwachten, dat als twee
mededaders waarvan je afhankelijk bent, niet komen opdagen, je dan maar
zou afzien van zo'n
riskante operatie. Uit de verklaringen doemt het beeld op, dat het ook
helemaal
niet duidelijk kan zijn geweest, wie nu precies die mededaders zouden
moeten zijn. Ook is het vreemd, dat de informatie, waarover deze
mededaders zouden beschikken - de verblijfplaats van de eigenaar - niet
al was gewisseld tijdens de veronderstelde voorbereidende besprekingen.
Maar goed, er stond een afspraak voor 2:00 uur 's nachts, al varieert
de
mededeling, met wie dan precies. En een belangrijke speler, juist
degene die het latere slachtoffer van huis zou ophalen (lees elders
over dat ophalen), was er helemaal niet. De wel-aanwezigen besloten te
wachten, ook al was er geen communicatie mogelijk (we schrijven over
een 'pre-mobiele' periode). Ze wachtten twee uur, je moet maar
vertrouwen hebben in je mededaders, die nota bene niet komen opdagen.
Ze staken een sigaretje op, verklaart Jenny. Eén sigaretje?, denk je
dan. Juist in diezelfde periode zaten aan de overkant twee personen met
een hond in een bushokje en merkten niets. Wel vertellen ze later (een
maand), dat ze daar gezeten hebben en niets hebben gemerkt. De politie
maakt een verslag en schuift dit verslag in de onderste la.
|
|
Het
beruchte bushokje schuin tegenover restaurant Peacock en het
uitzicht vanaf het bushokje op het restaurant met de bijbehorende
parkeerplaats. Met dank aan Google Earth Streetview.
|
De bevindingen van het gerechtshof Den Haag
Onder kopje
1.3.5 De aard van het
novum treffen we de volgende tekst aan (
mijn nadruk):
De aard van het novum als de grond
voor herziening in deze zaken betreft een feitelijke
omstandigheid, namelijk de omstandigheid dat twee getuigen verklaringen
hebben afgelegd, die
– kort en zakelijk weergegeven – inhouden dat zij vanuit het bushokje
waar zij zich bevonden,
zicht hadden op de plaats-delict en in de betreffende nacht van 3 op 4
juli 1993 niets bijzonders
hadden gezien. Deze verklaringen van de zogenoemde “bushokjesgetuigen”
[“bushokjesgetuige
1”]en [“bushokjesgetuige 2”] werden in 1993 opgenomen tijdens een
zogenaamd buurtonderzoek
dat deel uitmaakte van het eerste opsporingsonderzoek ([naam
opsporingsonderzoek 1]), en
behoorden tot stukken die – zoals blijkt uit het rapport van het
evaluatieteam CEAS – wel te
vinden waren in het bij de politie behouden dossier (het
“politiedossier”) doch die niet door de
politie aan het openbaar ministerie waren gezonden (het
“justitiedossier”) en mitsdien ook niet
aan de rechtbank en het gerechtshof te ’s-Hertogenbosch waren
voorgelegd.
Onder kopje 4.3.2 De beoordeling
door het hof treffen we de volgende tekst aan (mijn nadruk):
De getuigen [“bushokjesgetuige 2”] en
[“bushokjesgetuige 1”] hebben zich naar aanleiding van
een uitzending van Opsporing Verzocht op 2 augustus 1993 bij de politie
gemeld. Zij zijn
vervolgens op 3 augustus 1993 telefonisch door de politie gehoord.
[“bushokjesgetuige 2”]
heeft daarbij onder meer verklaard dat hij en [“bushokjesgetuige 1”] in
de bewuste nacht om
omstreeks 02:30 uur naar buiten zijn gegaan en ongeveer tot 04:30 uur
in een bushokje aan de
Marialaan te hebben gezeten. [“bushokjesgetuige 1”] verklaart
soortgelijk, maar weet niet tot
hoe laat zij daar gezeten hebben. Vanuit dit bushokje is vrij zicht
op het restaurant Peacock. Zij
hebben tevens verklaard dat hen in die tijd niets bijzonders
opgevallen.
Kortom, het Hof heeft kennelijk niet
kunnen vaststellen, op welke wijze de verklaring tot stand is gekomen
of heeft dusdanig haastwerk verricht, dat in één van de twee passages
een onjuiste weergave is terecht gekomen. Overigens spreekt de Hoge
Raad in zijn herzieningsbesluit van 18 december 2012 van een
buurtonderzoek. Een buurtonderzoek wordt aansluitend op het aantreffen
van een delict uitgevoerd, dus in dat geval ongeveer een maand eerder,
dan dat de uitzending van Opsporing Verzocht plaats vond.
De betrouwbaarheid van de datum en tijdstip.
Het probleem met de in het geding
zijnde verklaring is natuurlijk, dat deze buiten het justitiële dossier
is gelaten, ofwel in gewoon Nederlands, is weggemoffeld. In het kader
van het CEAS-onderzoek zeventien jaar
na dato sluipen er twijfels bij de getuigen binnen en één van
de getuigen is niet meer aanspreekbaar. Waarna het Hof besluit:
Het hof constateert op grond van het
vorenstaande dat noch [“bushokjesgetuige 2”], noch zijn
vader [vader “bushokjesgetuige 2”], tegenover de CEAS dan wel tegenover
de raadsheercommissaris
een directe en concrete herinnering heeft aan de exacte datum en het
exacte tijdstip
en waarop [“bushokjesgetuige 2”] en [“bushokjesgetuige 1”] in de zomer
van 1993 in het
bushokje hebben gezeten. De inhoud van deze laatste verklaringen doet
naar het oordeel van het
hof bovendien gerede twijfel rijzen aan de juistheid van de in de
verklaringen van
[“bushokjesgetuige 2”] en [“bushokjesgetuige 1”] uit 1993 genoemde data
en tijdstippen.
Hier breekt werkelijk mijn klomp: de
omissie van de zijde van justitie wordt hier - ten tweede male nota bene - ten
nadele van de verdachten toegepast!
Het hof vervolgt met nog een canard:
Naar het oordeel van het hof kan
derhalve niet met zekerheid worden vastgesteld dat zij in de
nacht van 3 op 4 juli 1993 in het bushokje verbleven. Het hof acht het
bovendien op basis van de
nadere verklaringen van [“bushokjesgetuige 2”] en [vader van
“bushokjesgetuige 2”] bepaald
niet onaannemelijk dat zij op de dag dat zij in het bushokje verbleven
om 04.00 uur al niet meer
in het bushokje verbleven. Het ten laste gelegde feit is echter naar
het oordeel van het hof na dit
tijdstip begaan.
De PG (
Conclusie
PG 21-08-2012) had toch echt duidelijk
gemaakt, dat de bushokjesgetuigen vooral van belang waren, omdat hun
verklaringen het wel uiterst onwaarschijnlijk maakten, dat een aantal
(vier!)
verdachten
voorafgaand
aan het delict
urenlang voor het restaurant hadden rondgehangen (in auto met
verlichting aan en voor het restaurant) , zoals volgde uit de
reconstructie, die met behulp van de
bekennende verdachten van het misdrijf was gemaakt. Hetgeen
weer eens verduidelijkt, dat het hof zich het dossier niet had eigen
gemaakt,
maar slechts de door het OM opgewarmde prak had genuttigd.
Nog even de PG over dit punt:
8.6.2. De voorfase
Ik keer terug naar een onderwerp dat
al eerder aan de orde is gesteld. Zoals in 6.3.2 naar voren is gekomen,
is er een element in de beschreven toedracht van het misdrijf
waaromtrent de bekennende verklaringen na verloop van enige verhoren
overeenstemden, namelijk dat [Jane H.] en [Karin N.] veel later dan
afgesproken die nacht op de [b-straat] waren aangekomen. De afspraak
was dat het gezelschap elkaar rond 02.00 uur 's nachts bij [de P.] zou
treffen, maar [Jane H.] en [Karin N.] arriveerden (naar eigen zeggen)
pas omstreeks 4.15 - 4.30 uur ter plaatse. [Jenny L.] meent (overigens
pas in haar 5e verklaring) dat de verlate aankomst van [Jane H.] en
[Karin N.] op een iets eerder moment was gelegen, namelijk om ongeveer
4.00 uur. [Jenny L.] verklaarde over de periode voorafgaande aan dat
tijdstip:
"We hebben toen ruim anderhalf tot
twee uur gewacht op Jane en [Karin]."
Kortom, volgens de bekennende
verklaringen hebben drie mannen en een vrouw in of naast een auto met
ontstoken lichten staan wachten bij het doelwit van hun inbraak:
restaurant de "[de P.]". Indien juist, moet dat toch iemand zijn
opgevallen. Ik heb hiervoor al geschreven dat het dossier geen
aanknopingspunten bevat voor de bevestiging van deze lezing.
Het hof heeft deze analyse
volstrekt genegeerd!
Ook negeerde het hof deze toevoeging:
[betrokkene 39] heeft recentelijk
volhard in zijn verklaring.
Het hof is op de troon van de Hoge Raad gaan zitten.