Netwerk planning

Bij netwerk­planning is het de kunst om met een minimaal aantal fre­quenties een maximaal aantal gebruikers aan goede verbindingen te helpen. De frequenties mogen el­kaar niet storen en tevens moet er zoveel mogelijk ingespeeld worden op de vraag. Dat alle­maal vraagt om een constante zorg. Soms komen er masten bij en dan moet alles weer her­schikt worden.


Als uitgangspunt kiest men een opstelpunt (zendmast) met door­gaans drie antennes, die drie sectoren rondom aanstralen. Zo'n antenne kun je ook zender noemen en zo'n sector ook cell. Zender, antenne, sector en cell zijn dan gewoon inwisselbare be­grippen. In een bijbeho­rende kaart worden deze sectoren schetsma­tig ingetekend als drie zeshoeken rond een cen­traal midden, de zend­mast met de drie zenders. Vanuit dit concept is het nu mogelijk steeds meer zeshoeken en opstelpunten aan één te rijgen tot een soort tegel­vloer, de dekkings­kaart. Een waarschuwing is hier op zijn plaats. De tegelgrootte beperkt de reikwijdte van de antennes niet. Die is vaak veel groter. Dat is ook wel nodig; omdat er maar rond 24 abonnees op een zender passen, worden abonnees soms over tegels heen ge­tild naar antennes verderop op de tegelvloer. De netwerkplanning moet dat proces optimaliseren.
 


Indien cell 10515 (de eerder door Rijnders genoemde zender in Nunspeet met ba­kenkanaal 3) in het cen­trum wordt genomen, kun je nu een theoretis­che kaart tekenen met twee concentrische ringen hier om­heen. Alle op deze kaart lig­gende cellen zouden nu bakenkanaal 3 in de nabuurlijsten hebben. Dat zijn er dus heel wat, namelijk 18. Er stonden echter maar 12 cellen in de nabuurlijst van 10515, waar die precies lagen is niet bekend. Deze kaart is getekend in overeenstemming met de gegevens van Antennebureau anno 1999 en de nabuurlijsten, die de KPN doorgaf. Ook bleek uit onderzoek van de Technische Recherche, dat 10515 vanaf de A28 niet doorkwam. Als Louwes bij één van de groene sterren reed, moet hij de frequentie van 10515 opgegeven hebben gekregen in de nabuurlijst, terwijl hij dat baken (nog) niet kon scannen. Maar hij kon wel het bakensignaal uitgezonden door 14501- Deventer scannen.
Meer hierover hier: Nabuurlijsten en handovers.
De nabuurlijst van 14501 uit 1999 bevatte maar liefst 26 cellen, ze zijn vrijwel allemaal terug te vinden op de dekkingskaart, die Machielse in 2007 hanteerde, met nog 13 cellen, die er in 1999 nog helemaal niet waren. Toch valt uit die gegevens een dekkings­kaart voor 1999 recon­strueren, nu rond zender 14501. De cellen helemaal aan de westkant liggen al vrij dicht bij de A28. Het gigantisch grote aantal nabuurcellen valt alleen maar in de reconstructie te plaatsen, als je 14501 tweemaal groter dan normaal maakt. Dan nog kom je tot drie lagen nabuurcellen. Wellicht had KPN in de planning opgenomen, dat 14501 een ondersteunende functie had: het bereik, dat werd gemeten onder standaardomstandigheden (dus gewone refractie) bedroeg al 12 km en het vermogen van de zender was tweemaal zo groot als die van de andere zenders in de buurt.
Een uitgebreide verantwoording staat hier: Reconstructie cell 14501.