Veldsterkte en propagatie

Uit: Rapport van 5 januari 2004 van prof. Dr. Ir. G. Brussaard , gespecialiseerd in het onderzoek van bijzondere effecten van radiopropagatie en de eigenschappen van antennes (gebruikt in bewijsvoering Den Bosch 2004):

Voorts leert een schatting van de veldsterkte over de afstand tussen de A28 bij 't Harde en basisstation 14501 te Deventer dat het signaalniveau ongeveer 30 dB (een factor 1000) onder het minimale ontvangstniveau van een mobiele telefoon ligt. Het is dan ook uitgesloten dat op 23 september 1999 een gesprek kon worden opgebouwd, onderhouden en normaal afgesloten tussen een gsm zoals die van verdachte, vanuit een voertuig zonder carkit en zonder buitenantenne, vanaf 't Harde met basisstation 14501 te Deventer.

Hoe zit dit? Een stukje theorie, waarbij ik afzie van drie verschijnselen: de kromming van de aarde, de refractie door de atmosfeer (door drukverlaging langs de 'vertikaal') en absorptieverschijnselen. De eerste twee verschijnselen werken compenserend, dus maakt het voor het volgende niet zoveel uit, de laatste hangt af van de doorzichtigheid van de atmosfeer, gezien het weer op dat moment (helder) een niet zo kritisch onderdeel:

Een klassiek plaatje; als het mobieltje 10 i.pv. 1 km verwijderd is van de zender, is de veldsterkte daar 10x10 = 100 x zo zwak; in horizontale en vertikale richting wordt de straling van de zender 'verdund'.

Een duct; het zendervermogen waaiert nog steeds op dezelfde manier uit in horizontale richting, maar vertikaal houdt het gewoon op, de zender is nu maar 10x2 = is 20 x zo zwak op 10 km .

Dus: bij de vorming van een duct blijft de zender uitstralen met een stralingsintensiteit om zo'n 10 km te kunnen overbruggen, terwijl dat allang niet meer nodig is. Gevolg: de reikwijdte is veel groter dan gewenst. De cell wordt een zogenaamde overshooting cell genoemd. Dit soort verschijnselen haalt de werking van een GSM-netwerk overhoop, ik citeer weer prof Brussaard: "Overigens zou de ontvangst over abnormaal grote afstanden op de GSM-frequenties leiden tot grote verstoringen van het netwerk. Dit is in werkelijkheid wel eens gebeurd. De capaciteit van het netwerk stort dan in. Het netwerk is immers gebouwd op een ordelijk gebruik van frequenties. De netwerkoperator zal dit zeker merken. Minder mensen dan normaal zullen dan kunnen bellen." Opgemerkt dient te worden, dat KPN weigerde inzage te geven in de details omtrent het functioneren van het netwerk. De verstoring kan dus wel degelijk zijn opgetreden en mede veroorzaakt hebben, dat het telefoongesprek zo kort duurde.

Nog een plaatje ter vergelijking:

Een zender, die rond de 10 km moet kunnen reiken: waar de rode curve onder de paarse horizontale lijn zakt, zal het signaal te zwak zijn.
Indien propagatie (=groen) optreedt, neemt de signaalsterkte veel minder sterk af, met als gevolg, dat het signaal veel verder draagt, dan bedoeld.
Uit een proef van KPN bleek het bereik van de zender in Deventer onder 'standaardomstandigheden' minstens 12 km.

En nu een praktijkvoorbeeld:

De onderste lijn geeft de ontvangstmogelijkheden van een zender weer, zonder dat zender en ontvanger 'oogcontact' kunnen maken door tussenliggende obstakels.
De bovenste lijn geldt voor een vrijliggende verbinding, zoals die kan ontstaan door extra propagatie. Merk op dat zendvermogen en zendafstand nu met een factor 10 zijn toegenomen.

(T. Haumann , U. Munzenberg , W. Maes and P. Sierck. 2002. Proc. 2nd Int. Workshop on Biological Effects of EMFS, vol. 1, pp.327-333)

Een andere invalshoek:

GPS en GSM

Ik ben enige tijd in het bezit van een GPS-ontvanger (GARMIN GPSmap 60CSx), waarbij het opvalt, dat deze binnenshuis absoluut geen ontvangst toelaat. Op zich is dit niet zo vreemd, de afstand tot de zenders is veel groter dan in het geval van GSM-ontvangst. Buiten, maar ook in het openbaar vervoer (bus, tram, trein) gaat het echter prima. De communicatie (éénwegs overigens) verloopt op 1,5 GHz, dus zeer vergelijkbaar met GSM (1 GHz).

Kijken wij nu naar de GSM-ontvangst binnenshuis, dan is de ontvangst binnenshuis doorgaans prima, vaak zelfs maximaal. Dat betekent dat, zodra de ontvanger naar buiten wordt gebracht, er een enorme 'overkill' aan ontvangststerkte moet bestaan. M.a.w. buitenshuis is de reikwijdte van de ontvangst van een zender véél groter, dan nodig is. Daaruit op zich blijkt al, dat de veldsterkte in veel gevallen niet de beperkende factor zal zijn.